Händel’s Londen

Vanaf het najaar 2025 kunt u komen genieten van een prachtig programma met Georg Friedrich Händel in de hoofdrol. Lees hieronder alvast over dit programma waar u zich op kunt verheugen!

Er bestaat een leuke anekdote over een uitvoering van Handel’s laatste oratorium Jephta. Iemand merkte naar aanleiding van een van de prachtige koordelen op: “This movement, sir, reminds me of some of old Purcell’s music”. (Dit stuk, sir, doet mij denken aan sommige werken van de oude Purcell.) Handel reageerde heel impulsief maar ook sympathiek met: “O go to teffel. If Purcell had lived, he would have composed better music than this!” (Oh, loop naar de duivel! Als Purcell nu geleefd had, had hij wel iets beters gecomponeerd dan dit!) Het genie Henry Purcell liet inderdaad te Londen na zijn vroegtijdige dood in 1695 een grote leegte na. Die werd pas weer helemaal opgevuld door Handel’s aankomst in deze stad zestien jaar later, in 1711.

Hij wist al vrij snel de toppositie in het Engelse muziekleven te veroveren, wat niet zo verwonderlijk is gezien de gestage stroom van overrompelende meesterwerken die aan zijn pen ontvloeiden: opera’s, oratoria, concerti, sonates, etc.; bovendien was hij een onovertroffen musicus. Op ons nieuwe programma voor het seizoen staan enkele staaltjes van deze toch heel bijzondere componist: de kleurrijke instrumentale suite waarmee Il Pastor Fido, een van zijn eerste voor de Londense bühne geschreven opera’s opent, en een concerto met een prominente partij voor de hobo, uiteraard gespeeld door Bram Kreeftmeijer.

Deze meer dan veertig jaar fel schijnende ster heeft echter tal van andere boeiende figuren die in Londen met hem samenwerkten dan wel met hem concurreerden in de schaduw gesteld. Maar ook zij hebben niettemin prachtige muziek schreven. Handels muziek was daarbij wel steeds het referentiepunt, met name voor de “noordelijke” componisten Avison, Pepusch en De Fesch. De uit Berlijn afkomstige Johann Christoph Pepusch (1667-1752) arriveerde in Engeland ruim voor Handel, in 1704, en wist dankzij zijn veelzijdigheid, als altviolist, klavecinist, componist, muziekleraar en organisator een bestaan op te bouwen, met altijd een goede relatie met Handel. De Alkmaarse violist en componist Willem de Fesch (1687-1757) had voor zijn aankomst te Londen in 1731 al een flink aantal concerti en sonates gepubliceerd. Daar ging hij in Londen mee verder, maar hij probeerde ook zijn geluk met twee grootse oratoria, geïnspireerd door Handels voorbeeld. Niettemin huurde Handel hem een aantal keren in als concertmeester van zijn orkest. De tot een jongere generatie behorende Charles Avison (1709-1770), die de provincie prefereerde boven de hoofdstad, liet zich in zijn prachtige concerti en sonates inspireren door het grote voorbeeld uit Londen.

Naast Handel en zijn Italiaanse opera’s waren er ook verschillende “authentieke” Italianen die hun geluk in Londen beproefden met opera’s in hun moedertaal, maar ondanks hun voordeel als “native speakers” bleken ze geen van allen een blijvertje. Toch waren de drie heren in kwestie: Attilio Ariosti, Nicola Porpora en Giovanni Bononcini, allen Europese coryfeeën en zeker ook uitstekende componisten, wat wel blijkt uit de instrumentale werken die van hun op het programma staan. Van Ariosti en Bononcini klinken twee voor Londen geschreven opera-ouvertures. Porpora’s virtuoze Celloconcert in G-groot, gespeeld door onze eigen Diederik van Dijk, staat in een traditie van zijn vaderstad Napels, waar muziek voor cellosolo altijd al een bijzondere plaats had.– Pieter Dirksen

0
    0
    Winkelwagen
    Je winkelwagen is leegTerug naar de shop